Île de la Vanne Cunin
Eiland van Vanne Cunin
Waarover gaat het?
De Koning Boudewijnstichting is eigenaar van drie eilanden in de Semois dankzij genereuze schenkers die het Fonds van de Eilanden van de Semois (“Fonds des Îles de la Semois”) oprichtten in de schoot van de Stichting. De missie van dit fonds is het beschermen van de eilanden Bohan, Vanne Cunin en Montclar Poète. De eerste twee eilanden liggen in de gemeente Vresse-sur-Semois, het derde in Poupehan in de gemeente Bouillon. De Semois telt maar liefst 80 eilanden waarvan de oppervlakte varieert van enkele vierkante meters tot meer dan twee hectare. Deze oppervlakken variëren voortdurend afhankelijk van overstromingen (erosie in sommige gebieden, sediment- en grindafzettingen in andere gebieden).
Geschiedenis
Op de kaart van graaf Ferraris (1770) wordt het eiland afgebeeld als een weiland. Ook de rotsen van Robiet en Conquelles, die respectievelijk aan de rechter- en linkeroever over het eiland uitkijken, zijn op de kaart aangegeven. In de 19e eeuw werd een ontsluiting (een plaats waar een gesteente aan de oppervlakte komt of dagzoomt, en onbegroeid te zien is) aan de linkeroever eveneens als steengroeve geëxploiteerd. Het eiland wordt ook wel Île des Conquelles genoemd, naar de naam van de heuvel op de linkeroever. In het Latijn betekent ‘concha’ een komvormige vallei, een baai, een meander. Met de term Conquelles wordt dus de meander bedoeld waarin het eiland zich bevindt. De gewestweg op de rechteroever ontstond in 1877. Voordien verliep de directe verbinding tussen Vresse en Membre via het pad op de linkeroever met een doorwaadbare plaats stroomopwaarts van het eiland. Die staat op de kaart van Ferrari. De naam “le gué” (“doorwaardbare plaats”) die aan de oude camping werd gegeven en het steegje aan de rechteroever herinneren aan het bestaan ervan. In 1988 kwam het eiland in handen van de Koning Boudewijnstichting dankzij de steun van de Franstalige Belgische Visserssportfederatie (“Fédération Sportive des Pêcheurs Francophones de Belgique”). De aankoop was bedoeld om de eilanden in hun natuurlijke staat te behouden, aangezien ze uitstekende broedplaatsen voor vissen en nestplaatsen voor vogels vormen.
Beheer
Sinds 2014 zet de Koning Boudewijnstichting zich in om het historische karakter van het eiland te herstellen, dat verband houdt met het maaien dat er vroeger werd beoefend. Door deze praktijken in alluviale weilanden te herstellen, kunnen we invasieve exotische soorten bestrijden, waaronder de overvloedig aanwezige reuzenbalsemien. Door laat te maaien, kunnen opnieuw soorten met een hogere biologische waarde bloeien. Het eiland is geclassificeerd als een gebied van groot biologisch belang en maakt deel uit van het Natura 2000-netwerk als een ‘prioritaire open omgeving’. In de zomer van 2024 voerde het Nationaal Park van de Semoisvallei een botanische inventarisatie uit op het eiland en identificeerde daarbij 81 verschillende soorten. Er zijn veel dieren op het eiland gefotografeerd, waaronder de zeldzame en solitaire boskat die, in tegenstelling tot zijn neef de huiskat, niet bang is voor water. In de linkerarm van de rivier liggen grindgroeven die interessant zijn voor reofiele vissen (die graag leven in stroming), zoals barbeel, kopvoorn, serpeling en hotu. Aan de oevers van het eiland bevinden zich diverse kleine waterbouwkundige uitwaarden die van groot belang zijn voor de biodiversiteit. Deze zijn de thuisbasis van veel jonge vissen en amfibieën. Ook bepaalde libellen komen hier graag.
De V-klep
Een "vanne" of V-klep dat bestaat uit een grote rotsformatie in de vorm van een “V” in de rivier. De punt van de “V” eindigt met een opening waar de visval werd geplaatst. De Vanne Cunin lag tussen het eiland en de rechteroever. Ze behoorde tot de familie van Colas Cunin, de laatste waterveerman van Vresse. Bij deze gelegenheid staken mensen de Semois over in een bootje met behulp van een stok. Tijdens laagwaterperiodes zijn de restanten van de rotsen van de sluisdeur zichtbaar.