Ondanks de stijgende digitalisering, is bijna één Belg op twee digitaal kwetsbaar
Ook al heeft de COVID-19-crisis geleid tot een versnelde digitalisering van onze samenleving, de digitale kloof onder de bevolking is er niet door verdwenen. Hoewel steeds meer Belgen virtueel verbonden zijn, beschikt bijna 1 op de 5 huishoudens met een laag inkomen niet over een internetverbinding thuis. Ook wordt er meer gebruik gemaakt van online diensten, maar we nemen een kloof van zo’n 20% waar in functie van het inkomen. In 2021 kende 46% van de bevolking een situatie van digitale kwetsbaarheid: 7% gebruikt geen internet en 39% heeft beperkte digitale vaardigheden. De positie van de meest kwetsbare mensen in een steeds meer gedigitaliseerde samenleving is zorgwekkend en vergt alternatieve oplossingen. Dat zijn de belangrijkste vaststellingen van de nieuwe Barometer Digitale Inclusie, opgesteld op initiatief van de Koning Boudewijnstichting.
Voorafgaande opmerking: u kunt een reeks grafieken in verband met deze barometer downloaden via Infogram
In 2020 wees de Barometer Digitale Inclusie, gepubliceerd door de Koning Boudewijnstichting, voor het eerst op het bestaan van digitale ongelijkheden, die een bedreiging vormen voor de participatie aan diverse domeinen van de samenleving. De COVID-19-crisis en de bijbehorende sanitaire maatregelen leidden tot een sterkere digitalisering van onze samenleving. We werden verplicht nog meer digitaal actief te worden. Maar de kloven blijven bestaan: sociaaleconomisch en cultureel minder bevoorrechte personen hebben moeite om de digitale evolutie te volgen.
Om het fenomeen te objectiveren, vroeg de KBS nu aan de onderzoekers van CIRTES-UCLouvain en IMEC-SMIT-VUB om een nieuwe editie van de Barometer Digitale Inclusie op te stellen. Deze barometer baseert zich op nieuwe enquête-analyses over het gebruik van informatie- en communicatietechnologieën door huishoudens en individuen van 16 tot 74 jaar, die in 2019 en 2021 werden uitgevoerd door STATBEL.
Ongelijkheid op het gebied van digitale vaardigheden
De digitalisering van de samenleving heeft niet geleid tot een veralgemeende verbetering van de digitale vaardigheden.
-In 2021 was 46% van de mensen tussen 16 en 74 jaar digitaal kwetsbaar: 39% beschikte over geringe digitale vaardigheden (tegenover 32% in 2019) en 7% maakte geen gebruik van het internet (tegenover 8% in 2019).
-Het toenemend niveau van digitale kwetsbaarheid valt onder andere te verklaren doordat de digitale vaardigheden enerzijds de neiging hebben heel langzaam te evolueren en anderzijds een permanente update en nieuwe vaardigheden vergen. Omwille van die dynamiek heeft EUROSTAT in 2021 de categorie ‘(online) veiligheid’ aan zijn enquête toegevoegd. In die categorie ligt het niveau van digitale vaardigheden het laagst.
-De mate van digitale kwetsbaarheid is niet voor iedereen hetzelfde: personen met een laag opleidingsniveau of een laag inkomen lopen meer risico op uitsluiting. Het opleidingsniveau wordt een toenemende determinant tussen 2019 en 2021: we nemen een toename waar van 18% van zwakke vaardigheden bij laaggeschoolden (t.o.v. 9% bij hooggeschoolden).
-In Wallonië ligt de digitale kwetsbaarheid op 49%. Dat niveau ligt lager in Vlaanderen (46%) en in Brussel (39%). Vooral de evolutie is hier opvallend: de percentages van personen met geringe vaardigheden nemen overal toe, en vooral in Vlaanderen. De snelle ontwikkeling van de digitalisering in deze regio gaat niet gepaard met een toename van vaardigheden van de internetgebruikers.
Ongelijke toegang tot de digitale technologieën
De toegang tot internet en tot digitale tools in België neemt toe. Maar ondanks positieve evoluties, blijft het moeilijk voor personen met een laag inkomen en een laag opleidingsniveau om toegang te verkrijgen.
-In 2021 beschikte 92% van de huishoudens over een internetverbinding thuis. We merken een belangrijke kloof tussen de huishoudens met een hoog inkomen (98% digitaal verbonden), tegenover 82% van de huishoudens met een laag inkomen; ook al verkleint de kloof lichtjes sinds 2019 (-3%).
-17% van de internetgebruikers gebruikt enkel een smartphone om in te loggen op het internet. Die gebruikers hebben dus geen toegang tot meer gesofisticeerde digitale toestellen, die het bijvoorbeeld mogelijk maken om een cv op te stellen of administratieve verrichtingen uit te voeren.
-68% van de internetgebruikers bezit nu een laptop, dat is een stijging met 15% t.o.v. 2019. Maar het waren in de eerste plaats de financieel meer gegoede gebruikers (+ 15% sinds 2019) die zich tijdens de sanitaire maatregelen een laptop aanschaften. Bij huishoudens met een laag inkomen stijgt dit slechts met 4%.
-Zowel voor internetgebruik als voor de toegang tot digitale dragers (bijvoorbeeld het bezit van een laptop) liggen de cijfers hoger in Vlaanderen (respectievelijk 94% en 71%) en in Brussel (93% en 70%) dan in het Waals Gewest (90% en 63%).
Ongelijke toegang tot essentiële digitale diensten
-Tussen 2019 en 2021 is het gebruik van essentiële digitale diensten algemeen gestegen: e-banking (+2%), e-gezondheid (+11%), e-commerce (+11%) en e-administratie (+14%).
-De Belgen maken met z’n allen meer gebruik van digitale diensten. Het verschil tussen personen met een hoog en een laag opleidingsniveau blijft echter groot: ongeveer 30% voor zowat alle diensten. Enkel op het gebied van e-administratie verkleint de kloof (7%). Ook op het vlak van gebruik van diensten wordt het opleidingsniveau doorslaggevender dan het inkomensniveau.
Verschillende risicogroepen
Al in 2020 bleek dat niet alle burgers digitaal even geletterd zijn. Hoe sterker onze samenleving digitaliseert, hoe meer mensen uit de boot dreigen te vallen. Dat geldt zeker voor personen met een laag inkomen of een laag opleidingsniveau, personen ouder dan 55 jaar en werkzoekenden. Al mogen we niet veralgemenen. We stellen vast dat het stereotiepe beeld van jongeren van 16 tot 24 jaar als ‘digital natives’ niet geldt voor jongeren met een laag opleidingsniveau: 22% van hen logt enkel in op het internet via hun smartphone en 45% heeft zwakke digitale vaardigheden (tegenover respectievelijk 2% en 22% voor jongeren met een diploma hoger onderwijs).
Blijvende investering op lange termijn
De resultaten van deze nieuwe Barometer Digitale Inclusie moeten dienen als benchmark voor alle betrokkenen, opdat niemand achterblijft. Want de digitalisering van onze samenleving is een blijvend verschijnsel, dat ook na de COVID-pandemie zal doorgaan. Ondanks de initiatieven die de voorbije twee jaar zijn genomen om de toegang tot het internet te verbeteren en de digitale vaardigheden te bevorderen, zijn we er als samenleving niet in geslaagd om de meest kwetsbare mensen digitaal te betrekken. Het is dus van wezenlijk belang om te blijven investeren in digitalisering voor iedereen en te waken over de toegankelijkheid van digitale diensten en de ontwikkeling van alternatieve oplossingen (fysieke en telefonische contacten, …) voor de meest kwetsbare groepen.