Vier op de tien Belgen lopen nog steeds risico op digitale uitsluiting
In 2023 nam het gebruik van het internet, digitale hulpmiddelen en onlinediensten opnieuw toe. Toch is 40 % van de Belgen nog steeds digitaal kwetsbaar. Dat betekent dat ze nooit het internet gebruiken of dat hun digitale kennis te wensen overlaat. De steeds snellere digitalisering van onze samenleving gaat dus niet gepaard met een evenredige toename van de digitale vaardigheden. De digitale ongelijkheid binnen de Belgische bevolking blijft dan ook aanzienlijk. Veel mensen, en dan vooral wie ook op sociaal, economisch en cultureel vlak al kwetsbaar is, zijn nog steeds niet in staat ten volle te profiteren van de toenemende digitalisering van onze maatschappij. En dat belemmert hun toegang tot sociale rechten (onderwijs, gezondheidszorg, tewerkstelling, huisvesting ...). We moeten dus niet alleen digitale inclusie blijven promoten, maar ook hoogwaardige alternatieven voor onlinediensten blijven aanbieden. Dat zijn de belangrijkste bevindingen van de nieuwe Barometer voor digitale inclusie die werd opgesteld in opdracht van de Koning Boudewijnstichting.
De toenemende digitalisering van onze samenleving brengt veel kansen met zich mee, maar houdt ook een groot risico in, namelijk dat mensen zonder digitale vaardigheden op een zijspoor belanden. Om de evolutie van de digitale ongelijkheid in België in kaart te brengen, publiceert de Koning Boudewijnstichting sinds 2020 de Barometer voor digitale inclusie. Die doet dienst als benchmark voor alle betrokkenen. Deze derde editie, opgesteld door de onderzoeksteams van IACCHOS CIRTES UCLouvain en Imec-mict-UGent, baseert zich op nieuwe analyses van de resultaten van de enquête over het gebruik van informatie- en communicatietechnologieën van Statbel uit 2023.
Ongelijkheid in digitale vaardigheden
- In 2023 bleek 40 % van de mensen tussen 16 en 74 jaar digitaal kwetsbaar (ten opzichte van 46 % in 2021). 5 % surft nooit op het internet en 35 % heeft te weinig digitale kennis. Ondanks deze positieve evolutie ligt het aantal Belgen met weinig digitale vaardigheden nog steeds iets hoger dan het Europese gemiddelde, vooral in vergelijking met onze buurlanden. Bovendien neemt de kloof inzake digitale kwetsbaarheid tussen mensen met een laag en een hoog inkomen nog met 3 procentpunten toe.
- Qua verworven vaardigheden is het niveau in de loop der jaren stabiel gebleven. De ontwikkeling van digitale vaardigheden volgt het tempo van de snelle en voortdurende digitale vooruitgang dus niet. Leren kost namelijk tijd, en we moeten er continu op inzetten.
- De digitale vaardigheden zijn het zwakst op het vlak van onlineveiligheid. 28 % van de Belgen kent er helemaal niets van, en bij mensen met hoogstens een diploma lager onderwijs stijgt dat cijfer zelfs tot 63 %. Dat betekent dat de onlineactiviteiten van die mensen vaker worden getraceerd, en dat ze meer risico lopen op gegevensdiefstal. Alarmerende cijfers, zeker nu cyberbeveiliging een van de grootste uitdagingen voor onze samenleving vormt.
- Niet iedereen is even kwetsbaar op digitaal vlak. Zo lopen bepaalde bevolkingsgroepen meer risico dan andere:
- 68 % van de mensen met hoogstens een diploma lager secundair onderwijs heeft drie keer meer kans op zwakke digitale vaardigheden dan mensen met een hogere opleiding (19 %).
- Steeds meer mensen met een laag inkomen (minder dan 1.400 euro) hebben weinig tot geen digitale vaardigheden (+ 2 pp.). Toch neemt het aantal Belgen die geen internet of digitale hulmiddelen gebruiken af (- 6 pp.). Die mensen willen dus wel deel uitmaken van de digitale samenleving, maar beschikken niet over de nodige digitale kennis.
- 54 % van de werkzoekenden is digitaal kwetsbaar. Zij worden dus dubbel gestraft: ze zijn werkloos en hebben een laag inkomen, maar vinden net door hun gebrek aan digitale vaardigheden moeilijker werk.
- 42 % van de eenoudergezinnen (met een oververtegenwoordiging van vrouwen) is digitaal kwetsbaar, een stijging ten opzichte van 2021 (+ 4 pp.).
- 58 % van de mensen met gezondheidsproblemen is digitaal kwetsbaar (ten opzichte van 38 % van de mensen zonder zulke problemen). Bij 14 % van die mensen is hun kwetsbaarheid te wijten aan het feit dat ze het internet niet gebruiken. Dat percentage ligt dubbel zo hoog als het gemiddelde voor de hele bevolking.
- 52 % van de laaggeschoolde jongeren beschikt over slechte digitale vaardigheden (ten opzichte van 10 % van de hoogopgeleide jongeren). Dat alle jongeren digital natives met een uitgebreide digitale kennis zouden zijn, is dus een mythe.
- Bij 55 % van de 55-plussers laten de digitale vaardigheden te wensen over.
Ongelijkheid in toegang tot het internet en digitale technologieën
- Steeds meer mensen hebben toegang tot het internet en digitale hulpmiddelen: in 2023 beschikte 95 % van de huishoudens thuis over een internetverbinding (ten opzichte van 92 % in 2021). Voor 11 % van de mensen met een laag inkomen is dat echter nog steeds niet het geval.
- De kwaliteit van de internettoegang neemt ook toe, en dat is essentieel voor onlineactiviteiten. Steeds meer Belgen zijn ‘multiconnected’: ze gaan online met verschillende toestellen. Maar dat geldt niet voor iedereen: 25 % van de mensen met een laag inkomen heeft enkel een smartphone met internettoegang. Dat is drie keer meer dan bij mensen met een hoog inkomen (7 %). Die internetgebruikers hebben dus helemaal geen toegang tot IT-tools om bijvoorbeeld een cv op te stellen, premies aan te vragen of hun administratie online te regelen.
Ongelijkheid in het gebruik van essentiële digitale diensten
- Hoewel steeds meer mensen digitale diensten gebruiken, is de ongelijkheid binnen de hele bevolking nog altijd groot. Ten opzichte van mensen met basis of gevorderde digitale vaardigheden kiezen mensen met weinig of geen digitale kennis veel minder vaak voor e-commerce (- 31 pp.), onlineadministratie (- 30 pp.), e-gezondheid (- 27 pp.) en internetbankieren (- 26 pp.).
- Een beperkte of zelfs onbestaande toegang tot onlinediensten brengt de sociale rechten in gevaar en is een vorm van discriminatie. Zo kunnen mensen niet profiteren van lagere (online)tarieven voor telecom- of energiecontracten, geen (gratis) banktransacties uitvoeren, geen beroep doen op wettelijke voordelen zoals renovatiepremies, geen digitale medische voorschriften raadplegen ...
- Over alle sociale categorieën heen heeft ongeveer 30 % van de Belgen ooit al eens hulp gevraagd bij een essentiële onlineactiviteit. Die vaststelling toont aan hoe belangrijk het is om de ondersteunende netwerken voor mensen in moeilijkheden in stand te houden, zowel informeel (familie, lokale verenigingen ...) als formeel (openbare computerruimtes, organisaties die gespecialiseerd zijn in digitale ondersteuning ...).
Continue investeringen en hoogwaardige alternatieven
Ondanks de vele inspanningen van de sociale, private en publieke spelers om de digitale vaardigheden te versterken en de digitale wereld toegankelijker te maken, staan we nog steeds voor heel wat uitdagingen. Omdat veranderingen zoveel tijd vragen, hebben veel mensen (en dan vooral wie op sociaal, economisch en cultureel vlak al kwetsbaar is) nog steeds beperkt of geen toegang tot de digitale wereld.
Meer dan ooit moet onze samenleving ervoor zorgen dat niemand aan de kant blijft staan en dat iedereen toegang krijgt tot essentiële dienstverlening en de fundamentele rechten die daaruit voortvloeien. Daarom moeten we blijven inzetten op meer digitale inclusie, onder andere door te investeren in private en publieke onlinediensten die voor iedereen toegankelijk zijn, door de digitale vaardigheden van de hele bevolking te versterken, door digitaal zwakkere mensen te begeleiden en ondersteunen ... Tegelijkertijd bewijst de Barometer dat hoogwaardigere alternatieven voor digitale diensten, zoals face-to-face gesprekken of telefonisch contact, absoluut noodzakelijk zijn én blijven.