Waterarmoede: ongelijkheden bestaan ook bij de toegang tot water
Een nieuwe indicator onthult aanzienlijke ongelijkheden binnen de bevolking als het gaat over de toegang tot water voor basisbehoeften; zoals voor voeding, lichaamshygiëne of huisvesting. De situatie varieert echter sterk per regio en de mate van verstedelijking. In België komt het probleem voornamelijk voort uit een te laag inkomen in verhouding tot een proportioneel te hoge waterrekening en slechte huisvestingskwaliteit. De resultaten van de eerste barometer van waterarmoede, uitgevoerd op initiatief van de Koning Boudewijnstichting, werpen licht op een realiteit die nog te weinig zichtbaar is.
Opmerking: infografieken en grafieken m.b.t. deze studie vindt u in de publicatie ZOOM.
Terwijl energiearmoede regelmatig de aandacht krijgt van zowel de media als de politiek, heeft waterarmoede tot nu toe weinig aandacht gekregen. Toch is de beschikbaarheid van voldoende kwalitatief water essentieel voor menselijke waardigheid. Om dit probleem op de agenda te zetten en de betrokken actoren in staat te stellen het beter te begrijpen, publiceert de Koning Boudewijnstichting de eerste barometer van waterarmoede, uitgevoerd op haar verzoek door onderzoekers van de ULB en de Universiteit Antwerpen.
Toename van waterverbruik en prijs
Sinds 2020 is het gemiddelde waterverbruik van Belgische huishoudens toegenomen. Perioden van werkloosheid en de toename van thuiswerk als gevolg van de Covid-19-pandemie zijn waarschijnlijk de belangrijkste oorzaken. De trend heeft zich verder versterkt in 2021, ondanks het ontbreken van een hittegolf in de zomer. Tegelijkertijd stijgt de gemiddelde waterprijs sneller dan de consumentenprijsindex (CPI): in de periode 2010-2021 is de waterprijs met meer dan 34% gestegen, vergeleken met 21% voor de CPI.
Waterarmoede: waar hebben we het over?
Waterarmoede is een situatie waarin een persoon of huishouden geen toegang heeft tot voldoende water, zowel in hoeveelheid als kwaliteit, om aan hun basisbehoeften te voldoen: voeding, lichaamshygiëne en huisvesting. Dit omvat het risico van afsluiting van de drinkwatervoorziening. Een manier om wateronzekerheid te meten, is door huishoudens te identificeren die een te groot deel van hun beschikbare inkomsten besteden aan hun waterrekening, na aftrek van de huisvestingskosten.
Twee indicatoren kunnen worden gebruikt:
- Op basis van een vast drempelbedrag, vaak internationaal gebruikt en ook door sommige waterbedrijven in België. Deze indicator gaat ervan uit dat huishoudens waterarmoede ervaren als ze meer dan 3% van hun beschikbare inkomsten, na aftrek van de huisvestingskosten, besteden aan hun drinkwaterrekening. De indicator is van toepassing op alle soorten huishoudens, ook de meer welgestelde. Volgens deze indicator leefde 5% van de Belgische huishoudens in waterarmoede in 2021.
- Op basis van een variabel drempelbedrag, kunnen ongelijkheden worden geanalyseerd. Deze indicator vergelijkt het gewicht van de waterrekening van huishoudens met hun beschikbare inkomsten, na aftrek van de huisvestingskosten, op een aanvaardbaar geachte drempel. In 2021 bedroeg deze drempel 2,1%. De indicator is alleen van toepassing op huishoudens in de eerste vijf inkomensdecielen. Volgens deze indicator leefde 13,8% van de Belgische huishoudens in waterarmoede in 2021.
Gedetailleerde analyses van de door de ULB en de Universiteit Antwerpen voorgestelde indicator, en gebaseerd op een variabel drempelbedrag, onthullen aanzienlijke ongelijkheden wat betreft toegang tot water. Deze worden hieronder nader toegelicht.
Regionale en stedelijke verschillen
Hoewel 13,8% van de Belgische huishoudens te maken heeft met waterarmoede, varieert de situatie sterk per regio: in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Wallonië is één op de vijf huishoudens getroffen (respectievelijk 21,9% en 19,3%), terwijl dit in Vlaanderen geldt voor één op de tien huishoudens (9,1%). Ook zijn er verschillen op basis van de mate van verstedelijking: dichtbevolkte gebieden hebben een hoger percentage huishoudens in waterarmoede (20,9%) dan matig bevolkte gebieden (10%) en dunbevolkte gebieden (12,3%). Dit komt o.a. door de aanwezigheid van veel appartementsgebouwen in dichtbevolkte gebieden, waardoor het gebruik van regenwater voor een deel van het waterverbruik beperkt is.
Risicoprofielen
Sommige profielen zijn bijzonder kwetsbaar voor waterarmoede. Dit is bijvoorbeeld het geval voor:
- Huishoudens met een risico op armoede (56,5%);
- Huishoudens met een lage arbeidsintensiteit (43%);
- Eenoudergezinnen (27%);
- Alleenstaanden (20,8%);
- Huurders (26,8%), en in het bijzonder sociale huurders.
Merk op dat de middenklasse ook niet gespaard is gebleven. Zo bevindt 20,3% van de 'lagere' middenklasse (inkomens tussen €15.512,88 en €20.683,84) en 3,6% van de 'centrale' middenklasse (inkomens tussen €20.683,84 en €31.025,76) zich in een situatie van waterarmoede.
De kwaliteit van huisvesting, een bepalende factor
In huishoudens waar waterlekken, vochtplekken of schimmel aanwezig zijn op muren, plafonds of funderingen, verkeert 18,4% van de huishoudens in een situatie van waterarmoede. Dit benadrukt het belang van de huisvestingskwaliteit in het probleem en wijst op de impact ervan op de gezondheid: 24,2% van de mensen die aangeven een algemene gezondheidstoestand te hebben van 'slecht' tot 'zeer slecht', leven in een huishouden met waterarmoede. Dit geldt ook voor 15,8% van de mensen die aangeven te lijden aan een chronische ziekte of gezondheidsprobleem.
Op het terrein bestaan er tal van initiatieven om het probleem aan te pakken. Tussen 2016 en 2020 heeft de Koning Boudewijnstichting 34 projecten gesteund waarbij de OCMW's en mensen in waterarmoede betrokken waren bij het opsporen en repareren van waterlekken in hun woningen. Sommige projecten hebben geleid tot een vermindering van het waterverbruik met 20 tot 50%, afhankelijk van individuele situaties. In 2023 heeft de Stichting verschillende projecten gesteund die hun effecten hebben aangetoond, met het oog op opschaling.
Wenst u meer te weten over de resultaten van de Barometer Waterarmoede en/of in contact te worden gebracht met projecten op het terrein? Neem contact op met Thierry Van Noppen, vannoppen.t@kbs-frb.be, 0479 31 85 56.